Nieuws

Terug naar overzicht

De achteruitgang van de egel in Vlaanderen – wat kan jij doen?

Zo rapporteerde o.a. het INBO over de grootschalige achteruitgang van insecten en toonde een rapport ook aan dat preventie meer zoden aan de dijk brengt bij de bestrijding van ratten en muizen dan gif.  ANB en Departement Omgeving focusten o.a. op een betere inrichting van tuinen zodat onze Vlaamse tuinen meer geschikte schuilplaatsen en voedsel aanbieden aan o.a. egels. Met de komst van het VAPEO (Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering) is er ook een flinke stap vooruit gezet voor ontsnippering: door de aanleg van o.a. ecoducten en ecotunnels raken dieren ‘van hier naar daar’, zonder onder de wielen van een auto terecht te komen.

Samen met heel wat partners heeft de Vlaamse overheid de laatste jaren hard ingezet op het verbeteren van de situatie van de Vlaamse egelpopulatie. Er is nog veel werk aan de winkel, maar een deel van dat werk kan ook gedragen worden door burgers en lokale openbare besturen (inrichting van parken, sport- en speelterreinen, plantsoenen, …). Hoe dat precies in zijn werk gaat, lees je in onderstaande tips, onder andere aangereikt door Natuurpunt.

Ontsnipperingsmaatregelen

Ontsnipperingsmaatregelen in Vlaanderen: © VAPEO

Zorg voor voldoende schuilplaatsen

Laat gerust wat gezellige rommelige hoekjes in je tuin achter: een stapel takken of een dik pak bladeren zijn voor een egel de hemel op aarde. Een tuin met veel afwisseling (gras, struikgewas, bomen) creëert schuilhoekjes bij naderend gevaar. Braamstruiken, heggen en omgevallen bomen zorgen voor veilige schuilplekken en voor nestplekken, zodat de dieren niet op minder evidente plekken (zoals op afvalhopen of in afgesloten garages) hun heil moeten gaan zoeken of hun jongen moeten grootbrengen.  Ook een tuin met wat verwilderde of verruigde plaatsen, waar het gras niet of veel minder gemaaid wordt en waar ook de randen van het gazon wat ‘wilder’ mogen, scoren hoog op het voorkeurslijstje van de egel. Kortom, wees gerust wat luier in je tuin. De egel zal je dankbaar zijn. Ook het plaatsen van een egelhuisje in je tuin wordt door een egel bijzonder gewaardeerd.

Woon je wat meer landelijk? Dan kan je door het aanplanten van houtkanten en heggen, door het aanleggen van akkerranden en door minder grondwerkzaamheden (zoals ploegen) de egels heel wat vooruit helpen. De diertjes vinden op die manier niet alleen meer beschutting, maar ook meer voedsel. Ook het gebruik van kleinere landbouwpercelen en het behoud van braakliggende of verwilderde percelen (met struikgewas en dood hout) bieden veel soelaas voor de egel.

Heb je een vijver? Zorg dan voor een loopplankje of trapje zodat een egel die in het water sukkelde, terug uit het water kan klauteren. Zonder trapje of plankje sterft een egel door onderkoeling, verdrinking of uitputting. Ook keldergaten en putten kan je maar beter goed afsluiten: egels die op zoek zijn naar voedsel of een verblijfplaats durven er al eens in te sukkelen.

Laat niets rondslingeren in je tuin waarin egels verstrikt kunnen raken. Dat geldt bijvoorbeeld voor gaas- of prikkeldraad en netten die je (fruit)struiken beschermen. Gebruik je netten in de tuin, zorg er dan voor dat ze goed opgespannen staan of dat ze iets van de grond afstaan zodat een egel niet kan blijven haperen of verstrikt geraakt. Laat geen afval slingeren in de tuin want het gevaar zit voor egels soms in een klein hoekje. Een bekend voorbeeld is de McFlurry-egel, de onfortuinlijke egel die zich te goed wou doen aan ijs maar nadien klem kwam te zitten in de beker.

Zorgen dat je hond ’s nachts binnen zit of in een ren slaapt, creëert voor een egel ook heel wat gemoedsrust. Omdat egels nachtdieren zijn, worden ze maar beter niet verrast door je overenthousiaste huisdier tijdens de donkerste uren.

Egel(huisje)

Egel in egelhuisje - © Anne Coatesy  - Shutterstock

Zorg voor voldoende en goed voedsel

Kies voor planten van hier als je je tuin aanplant. Inheemse planten zijn goed aangepast aan onze bodem en klimaat en trekken ook een hoop meer kleine diertjes aan dan hun exotische tegenhangers. Slakken, spinnen, wormen, kevers, rupsen, kikkers en muizen gebruiken inheemse planten voor voedsel of als verstopplaats. En hoe meer kleine diertjes er zijn, hoe meer een egel zich in zijn sas zal voelen in jouw tuin. Egels houden bovendien ook van bodembedekkers. Ze kunnen er schuilen en vinden er ook heel wat voedsel. Je tuin aanleggen met de juiste planten is dus een win-win: een egel vindt er voedsel en schuilplaatsen en in ruil verorbert hij rupsen, slakken en maden zodat jij niet langer verdelgers moet aanschaffen.

Een egel verliest ongeveer een kwart van zijn gewicht net voor de winterslaap. Dat betekent dat hij in het najaar alle zeilen moet bijzetten om voldoende vetreserves op te bouwen en om de winter door te komen. Je kan hem in die periode daarbij helpen door extra voedsel aan te bieden: speciaal egelvoer dat je kan kopen in tuincentra of fruit, … Leg het voer in een egelhuis of onder een kistje. Op die manier zorg je ervoor dat katten en honden niet bij het voer kunnen.

Wil je de egel drinken geven, zorg dan voor water in een laag schaaltje, vooral in droge periodes. Geef zeker geen melk. Daar krijgt een egel diarree van: hij kan de lactose in de melk niet verteren en kan erg ziek worden of sterven van uitdroging. 

Gebruik geen slakkenkorrels, rattenvergif of insectenverdelgers. Die zijn dodelijk voor egels. Zelfs kleine hoeveelheden van het gif kunnen nefast zijn omdat een egel elke nacht veel kleine beestjes eet en op die manier het gif in zijn lichaam ophoopt. Wil je toch van die slakken vanaf? Dan is een egel je beste vriend… Ook voor de bestrijding van ratten en muizen is gif zeker niet de beste optie.

Egel en loopplankje

Loopplankje in de vijver - ©Peter is Shaw 1991 – Shutterstock

Zorg dat een egel veilig ‘van hier naar daar’ geraakt

Een egel slaapt overdag op een beschutte plaats en legt per nacht al snel twee tot drie kilometer af op zoek naar voedsel of een partner. Dat betekent dat er nogal wat variatie in het leefgebied nodig is: een veilige schuilplaats, twee tot drie kilometer aan groene zones met veilige verbindingen, zones met voldoende voedselaanbod, een plaats met water om te drinken, … En net daar knelt het schoentje want een egel komt nogal wat obstakels tegen op zijn pad, zeker met de lintbebouwing die Vlaanderen kenmerkt.

Kunstmatige omheiningen in onze tuinen zijn voor een egel frustrerend: ze functioneren als heuse barrières. Kies, indien mogelijk, voor een haag- of houtkant om je tuin te omheinen: de egel kan eronderdoor en kan zo zijn nachtelijke tocht verderzetten. Wil je toch liever een kunstmatige omheining? Zorg dan voor een egelpoortje onderaan de schutting: een vuistgrote opening (14 bij 14 cm) volstaat om een egel door te laten. Doen je buren mee? Dan creëer je samen een heuse egelwegel: de egel kan zich nu een pad banen door de diverse tuinen dankzij de egelpoortjes of natuurlijke omheiningen.

In verstedelijkt gebied is het verkeer vaak een heuse boosdoener: jaarlijks sterven zeer veel egels als verkeersslachtoffers. Waarnemingen.be spreekt zelfs van ongeveer 300.000 egels die het leven laten in het verkeer. Willen we dat egels zich veiliger verplaatsen tussen diverse geschikte habitats, dan kunnen burgers en openbare besturen onder andere het volgende voorzien:

  • In de buurt van groene zones in de stad kan signalisatie automobilisten waarschuwen. Een eenvoudig verkeersbord, zoals we dat nu al kennen voor overstekend wild, geeft aan dat egels hier de weg kunnen oversteken.
  • Groene zones die goed met elkaar verbonden zijn zouden ook gelinkt moeten zijn met omliggende tuinen. Met natuurlijke omheiningen, egelpoortjes of egelwegels moet een egel dan niet langer de weg op wanneer hij zich wil verplaatsen.
  • Met barrières en rasters kunnen we de egels wegleiden van de straat en hen leiden naar veilige oversteekplaatsen. Dat is wat te vergelijken met de paddenschermen die we her en der in Vlaanderen aantreffen: die moeten kikkers, salamanders en padden tijdens de voorjaarstrek leiden naar een veilige oversteekplaats (bijvoorbeeld een amfibieëntunnel onder het wegdek) zodat de dieren niet de weg over moeten op zoek naar hun voortplantingswateren.
  • Tunnels en duikers fungeren als veilige oversteekplaatsen, op voorwaarde dat ze goed onderhouden worden en niet verstopt raken of continu onder water staan.

Egelsignalisatie

Signalisatie voor egels (Zweden) - © Peter Ekvall - Shutterstock

Samen sterk voor het behoud van de egel

Veilige schuilplaatsen, goed en voldoende voedsel en veilige verbindingen tussen diverse habitats: dat is wat de Vlaamse egels vooruit helpt. Deze drie vereisten maken niet alleen een normale levenscyclus mogelijk voor individuele dieren, maar ook op populatieniveau. Openbare besturen kunnen heel wat betekenen, maar ook burgers (goed voor bijna 10 % tuinoppervlakte in Vlaanderen) kunnen zeker hun steentje bijdragen. De egel in Vlaanderen? Dat hoeft, met de nodige inspanningen, echt geen stekelige kwestie te blijven…

Vind je een egel en wil je weten of je het diertje naar een Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren moet brengen? Dan geven we alvast de richtlijnen van het VOC Merelbeke mee: https://www.vocmerelbeke.be/zoogdieren-in-nood/